De stad Groningen heeft sinds 1614 een universiteit. Deze was eerst gevestigd in een oud kloostercomplex aan de Broerstraat, maar in 1850 werd op die plaats een nieuw academiegebouw gebouwd in neo-classicistische stijl.
Aan de Visserstraat in Groningen staat het Latteringegasthuis. Dit kleine gasthuis werd gesticht in 1636 door Willemien Latteringe en was bedoeld voor oude, katholieke vrouwen.
Sinds 17 juni 2022 is op de muur richting de ingang van het Universiteitsmuseum een schildering van Jacobus Cornelius Kapteyn te zien. De onthulling was een dag voor de honderdste sterfdag van de wetenschapper.
In 1696 werd het Wytzes- of Schoonbeekgasthuis gesticht door Lubbina van Daelen. Zij was de weduwe van Hindrick Wytsens, waaraan het gasthuis het eerste gedeelte van haar naam te danken heeft.
In 1958 kreeg de Groninger architect Coen Bekink de opdracht een 19 e eeuws pand in te richten tot bankfiliaal van de Rooms-katholieke Stichting Spaarbank St. Maarten.
Dit gasthuis is opgericht in 1854 door de familie Cremers en genoemd naar één van de andere stichtsters: Cornelia Tellegen. Oorspronkelijk waren er zeven kamers voor behoeftige bejaarde vrouwen en weduwen. In 1984 werd het gebouw gerestaureerd en verbouwd
In de 14e eeuw werd dit complex gebouwd als Olde Conventklooster voor begijnen en later voor geestelijke maagden. In 1489 overlijdt hier filosoof en theoloog Wessel Gansfort. Na de Reformatie werd het tot een burgerweeshuis.